Ooit was koffie het grote gevaar voor onze maatschappij
In de 16de eeuw werden we opgeschrikt door een exotisch zwart pepmiddeltje dat via het toenmalig Ottomaanse Rijk West-Europa had bereikt. Mensen zouden massaal verslaafd raken en het zou dood en verderf zaaien in onze maatschappij. De hysterie en angst over het mysterieuze drankje was zo groot dat men in bepaalde landen zelfs overging tot een verbod.
Inmiddels zijn we een aantal eeuwen verder en maakt dat pepmiddel, koffie, volledig deel uit van onze cultuur. Door voortschrijdende wetenschappelijke inzichten weten we nu dat de gezondheidsrisico’s van koffie beperkt zijn en dat het over het algemeen geen negatieve impact heeft op ons functioneren in de maatschappij.
Tegenwoordig kijken we rationeel tegen koffie aan, maar de meeste andere roesmiddelen blijven we grotendeels irrationeel behandelen. De maatschappelijke, sociale en gezondheidsschade van alcohol is immens, maar desondanks lijkt men het de normaalste zaak van de wereld te vinden dat deze drug quasi ongebreideld kan worden gepromoot, verkocht en geconsumeerd. En dat terwijl we andere, illegale, roesmiddelen in de verdomhoek drukken en weigeren een zinvol debat te voeren over een wenselijk en effectief drugbeleid.
Maar de discussie uit de weg gaan is geen oplossing. Nog altijd overlijden er veel te veel mensen onnodig als gevolg van het gebruik van illegale én legale roesmiddelen en vooral door de afwezigheid van een gedegen wetgevend kader. Het is de hoogste tijd dat we alle roesmiddelen rationeel gaan bekijken en een drugbeleid ontwikkelen dat niet gestoeld is op onderbuikgevoelens en hopeloos achterhaalde overtuigingen, maar op actuele wetenschappelijke inzichten. Het is tijd dat politici laten zien dat ze hebben geleerd uit het verleden en het drugfenomeen serieus nemen.