In januari 2021 publiceerde de FOD Financiën cijfers die als een succes werden gepresenteerd. “Sinds 2013 zijn de cocaïnevangsten in de haven van Antwerpen verveertienvoudigd!” Ongetwijfeld een briljante overwinning… als het doel beperkt zou zijn tot het in beslag nemen van drugs. Maar iedereen weet dat hoewel deze vangsten zeer groot lijken, ze slechts een fractie vertegenwoordigen van de tonnen drugs die werkelijk verhandeld worden.
Er is bovendien geen tekort aan cocaïne en geen prijsstijging op de zwarte markt. Het effect van deze grote vangsten op de zwarte markt is dus marginaal. Het is moeilijk om correcte schattingen te maken van de omvang van een illegale markt, maar volgens realistische schattingen zou het werkelijke verkeer minstens tien keer groter zijn dan wat de politie kan vangen. Drugtrafikanten beschouwen deze verliezen daarom als een onvermijdelijke professionele onkostenpost en je kan je zelfs afvragen of sommige ladingen niet ‘vrijwillig’ aan de politie worden aangeboden om veel grotere hoeveelheden via andere, meer discrete routes te verplaatsen terwijl het drugsteam bezig is met het lokaas in beslag te nemen.
De cijfers voor drugsgebruik bevestigen de zinloosheid van inbeslagnames als het gaat om het beperken van het aanbod. Of het nu gaat om de cijfers die bij gebruikers zijn verzameld of die uit de analyse van afvalwater, uit alles blijkt dat het gebruik van stoffen zoals cocaïne of MDMA (ecstasy) de afgelopen jaren is blijven toenemen… net als de in beslag genomen hoeveelheden, en ondanks deze hoeveelheden.